Spring naar content

Het doek is nooit gevallen

Het doek is nooit gevallen

Er zijn mensen die hun dromen pas op late leeftijd ontdekken. Mijn geluk was dat ik al als 11-jarig meisje door mijn ouders werd meegenomen naar mijn droom. Eigenlijk wilde ik nooit iets. Althans, ik vond niks leuk. Tennis was een verschrikking, zeker als ik op baan 1 moest spelen en iedereen kon zien hoe ik stond te stuntelen. Judo vond ik niet leuk, sowieso was ik niet echt van het sporten. Het liefst was ik op mijn kamer en speelde ik toneelstukken met mijn poppen of zong ik liedjes na van de sterren van toen. Compleet met verkeerd uitgesproken Engelse woorden.

Mijn droom was het theater. Via zijn werk had mijn vader VIP-kaarten gekregen voor The Phantom of the Opera. Zodra het doek open ging werd ik betoverd door alle indrukken om me heen. De muziek was, en is, fenomenaal. Je kon de aderen op de gezichten van de acteurs zien trillen. En de kandelaar die halverwege de show op ons afkwam zie ik nog steeds als ik mijn ogen sluit. Vanaf dat moment wist ik wat ik later wilde worden, musicalster.

Overgewicht

Als geadopteerd meisje kwam ik 11 jaar voor de kennismaking met mijn droomwereld zwaar ondervoed naar Nederland. Dit heeft mijn moeder, volledig goed bedoeld, gecompenseerd door me flink vol te stoppen. Het gevolg was dat ik als 9-jarige naar de diëtist moest. Met mijn gewicht ben ik gelukkig nooit gepest. Maar leuk was het allerminst om niet mee te kunnen doen met gymles en niet de leuke kleren aan te kunnen die mijn vriendinnen wel droegen. Dit alles werd nog aangezet door mijn moeder die tijdens het kleding passen door de winkel schreeuwde: “Ze heeft nogal dikke benen, dus doe die broek maar niet.”

Kort na de Phantom of the Opera deed ik mee aan een playbackwedstrijd op school. Ik was het Spook en had de uitvoering van Henk Poort oneindig gerepeteerd. Hoewel ik nerveuzer dan ooit was, ging het optreden perfect. Ik won en toen ik ’s avonds in mijn bed lag voelde ik me overgelukkig. Later zou ik het gaan maken op het podium.

Je bent te dik

“Nee hoor, jij gaat niet naar de toneelschool. Of op een podium staan. Je bent te dik, iedereen zal je daar uitlachen.” Daar zat ik dan, als jong meisje tegenover mijn ouders. Ik weet niet of het aan de tijdsgeest van begin jaren ’90 lag, aan mijn bescheidenheid of het overwicht van mijn ouders, maar ik kon niets anders dan me erbij neerleggen. Het was ook wel best. Ik ging daarna lekker uit, viel af en genoot van het leven. Tijdens mijn studie leerde ik mijn man kennen en we hebben een hartstikke leuke dochter.

Maar toch. Toch gaat er geen dag voorbij dat ik niet ‘wat als’ denk. Dan sluit ik mijn ogen en zie ik het doek van de andere kant geopend worden. En dan kijken de mensen waar ik als klein meisje tussen zat met dezelfde bewondering naar mij.

Ik ben bijna 40. Nu kan ik er nog iets van maken. En wie heeft me nu eigenlijk al die jaren tegengehouden? Mijn ouders? Hun stemmen? Of ikzelf?

Joanne