Je kunt altijd vechten, maar op een bepaald moment kun je dat niet meer
Je kunt altijd vechten, maar op een bepaald moment kun je dat niet meer
Het was liefde op het eerste gezicht, 14 jaar geleden op een strand in Curaçao. De toen 26-jarige Reina Moncada uit Venezuela keek in de ogen van een Nederlandse man en wist dat ze met hem wilde trouwen. Dat het hagelwitte zand van het Curaçaose strand haar gevoelens niet beïnvloedden, blijkt nu nog altijd. In Lewedorp is ze dolgelukkig met haar man en kinderen. Toch waren die eerste jaren in Nederland allesbehalve makkelijk, en niet alleen vanwege het iets frissere klimaat.
“De Nederlandse taal leren is heel lastig”, zegt Reina. “Voor Zuid-Amerikanen is het Nederlandse systeem ook totaal onbekend. Maar de taal is een groter probleem. Als je de taal niet goed beheerst, word je door iedereen beoordeeld.” Zo merkt Reina dat het moeilijk is om werk te vinden, en even moeilijk om een opleiding te doen. “De taal is een hele hoge drempel.”
Reina moet erg wennen aan de protocollen in Nederland. “Je wordt van de ene naar de andere muur gestuurd. En het lijkt wel alsof niemand een beslissing wil nemen, zeker bij bepaalde instanties. Voor een persoon die de Nederlandse taal niet zo goed beheerst, is het heel ingewikkeld.” Reina noemt als voorbeeld de belastingaangifte. Haar man kon haar daar mee helpen, maar als je niet in deze positie bent, is het een lastig verhaal.
‘Je Nederlands is niet goed genoeg’
Reina was nog jong toen ze Venezuela verruilde voor Nederland. Ze behaalde haar diploma maatschappelijke zorg en ging aan het werk. Na een periode van een jaar, die aan beide kanten goed beviel, kreeg ze echter een vervelende boodschap te verwerken. “Je Nederlands is niet goed genoeg”, was de boodschap van de zorgorganisatie. Bij Reina komt dit hard aan. “Ze zeiden dat ze zorgplannen in elkaar moeten zetten en ik daarom niet kon blijven. Ik kon wel solliciteren op een andere functie, maar zou toch niet worden aangenomen.” Ze valt even stil. “Omdat mijn Nederlands niet goed genoeg is. Dat deed hartstikke zeer.”
Reina heeft meer voorbeelden van momenten waarop ze met uitsluiting te maken had. “Bij een andere sollicitatie kreeg ik te horen dat het even niet uitkwam en dat ik later zou worden teruggebeld. Dat telefoontje is er nooit meer gekomen.”
‘Het gaat erom hoe ik werk’
Reina merkt ook nu nog dat het lastig is om een baan te vinden. “Dat komt door de manier waarop ik spreek. Terwijl het zou moeten gaan om hoe ik werk. Ik houd van mensen en wil graag hard werken, maar de taal is kennelijk een probleem.”
Gelukkig heeft Reina buiten het werk leuke contacten en geeft ze het ook niet op. Hoewel dit laatste niet eenvoudig is. “Je kunt altijd vechten, maar op een bepaald moment kun je dat niet meer.”
De momenten van hoop hebben echter de bovenhand, en daarnaast denkt ze dat de taal minder een probleem gaat worden. “Het gaat wel veranderen, door de komst van vluchtelingen. Zeeuwen zijn denk ik niet zo gewend aan buitenlanders. Als ik naar Amsterdam ga, hoor ik veel meer Engels, en dat is daar prima. Dat zal hier ook gaan gebeuren.”