Spring naar content

Jouw probleem kunnen we er niet bij hebben

Jouw probleem kunnen we er niet bij hebben

“Het was nooit een probleem. Niet toen ik op de basisschool zat, niet op de middelbare, en niet met vrienden en vriendinnen. Ook toen ik mijn man leerde kennen, of voor het eerst aansprak, deed het me allemaal niks. En hij vond het wel schattig. Alleen heeft dat moment, toen ik 17 of 18 jaar oud was, me beschadigd. Het achtervolgt me nog steeds en heb mede hierdoor mijn HBO niet kunnen afmaken.”

Dit is het verhaal van Monique Janssen – Sanderse. Een 45-jarige vrouw met blond haar en een grote glimlach, die in Vlissingen woont met haar man en kinderen. Dat haar 15-jarige dochter haar een oude vrouw noemt, vindt ze niet erg. “Dat ben ik waarschijnlijk ook”, zegt ze lachend. Ze vertelt vlot over haar leven. Dat is niet iedereen gegeven, zeker niet iemand die stottert.

“Over mijn stotteren heb ik me nooit geschaamd. Het was er wel, maar het belemmerde me niet. Op school stelde ik volop vragen, voor docenten was ik waarschijnlijk lastig. Ik zat op een protestantse school en stelde vragen over het geloof en de manier om het geloof te belijden. Dat werd niet door iedereen gewaardeerd, maar ik ben altijd al vrij recalcitrant geweest.”

Een stagegesprek met gevolgen

Na haar middelbare school gaat Monique naar het HBO. Het eerste jaar volgt ze Welzijnswerk in Amsterdam, het tweede jaar Maatschappelijk Werk en Dienstverlening in Breda. In haar tweede jaar is het tijd om stage te gaan lopen. Ze regelt een gesprek bij een revalidatiecentrum. En daar gaat het mis.

“Het was aan het einde van de dag, om 16.00 uur. En alles op die dag ging mis. Ik wilde zo graag aangenomen worden. Maar tijdens het gesprek stotterde ik veel, meer dan anders, ook door de spanning. Ik kan me dat gesprek nog goed herinneren. En de woorden na afloop des te meer. Dat stemmetje komt nog vaak terug in mijn hoofd.”

De dan 18-jarige Monique wordt afgewezen, met een harde boodschap. ‘We zien er toch maar van af, omdat je zoveel stottert. De mensen die hier zitten hebben zelf al problemen. Daar kunnen we dat stotteren niet bij hebben.’ Zo krijgt ze het te horen.

Bij Monique komt de klap hard aan. Ze belt naar het revalidatiecentrum met het verzoek voor een tweede gesprek, een soort herkansing. Maar die kans krijgt ze niet. “Ik voelde me echt in een hoekje gedreven. Ik was ervan overtuigd dat ik het kon, maar was echt geraakt. Het voelde ook als falen. Ze vertelden me dat ik door te stotteren niet bij hen paste. Letterlijk was het: ‘je bent een last voor de cliënten’. Het heeft jaren geduurd voordat ik het een beetje had verwerkt.” In de tussentijd kaart Monique het voorval aan bij het landelijke Anti Discriminatie Bureau. Daar wordt ze niet geholpen, integendeel. “We begrijpen hun keuze wel, was de uitleg.”

Fuck it, doe het gewoon wel

Monique stopt mede hierdoor met studeren en gaat werken op een kantoor, waar ze, ironisch genoeg, de hele dag met klanten moet bellen. “Dat kon ik kennelijk wel.” Ze heeft er veel van geleerd. “Ik was altijd al aanwezig en strijdbaar, maar ben dat nog meer geworden. Als iemand zegt dat iets niet kan, fuck it. Doe het gewoon wel. Laat je niet in een hoekje zetten.”

Ze adviseert andere mensen die stotteren om zich niet te laten ondersneeuwen. “Ik zou nu anders hebben gereageerd, en ze ervan overtuigen dat ik het wel kan. En dat stotteren geen probleem is. Maar ik denk dat veel stotteraars zich schamen, en zich daardoor niet durven uitspreken. Doe het vooral wel, want mij heeft dit altijd achtervolgd.”

Monique Janssen – Sanderse