Uitsluiting vanwege een handicap
Uitsluiting vanwege een handicap wordt maar normaal gevonden
Johan van der Weele is een dankbaar man. Dankbaar richting zijn ouders (‘gelukkig ben ik door mijn ouders opgevoed’) en richting Emergis (‘ze hebben mijn leven gered’). Johan mist vanaf zijn geboorte een hand en een stukje van zijn onderarm. Dankzij zijn ouders heeft hij geleerd om hiermee om te gaan. “Mijn moeder vertelde dat ze met tranen in de ogen zat te kijken terwijl ik met mijn ene hand een snoeppapiertje probeerde te verwijderen. Ze wilde me eigenlijk helpen, maar deed het niet, omdat elk kind snoep moet kunnen open maken.” De kleine Johan bedenkt wat. Hij trekt zijn sok uit en gebruikt zijn voet, als extra hand.
Johan mag dan een hand missen, hij liet zich er niet door beïnvloeden. “Gepest werd ik niet, daar zorgde ik zelf voor, door sterk te zijn.” Als Johan uitgaat, wordt dit anders. “Als je 16 of 17 jaar oud bent, word je een beetje verliefd en ga je meisjes leuk vinden. Ik stond een keer met een meisje op de dansvloer. Ze wilde met me dansen en greep naar mijn hand. Die was er niet. Toen zag ze dit (hij wijst naar zijn onderarm) en begon hard te gillen.” Het meisje loopt van de dansvloer en Johan blijft achter. “Ik begreep het wel, maar het deed ontzettend veel pijn.”
Tegenwerking
Als hij de volwassen leeftijd bereikt, merkt hij dat zijn handicap vooral voor anderen een handicap is. “Dat begon al bij mijn rijbewijs. Het CBR deed er lang over om te besluiten of ik mijn rijbewijs mocht halen. In de tussentijd ging ik wel lessen volgen. Na een keer of acht zei de instructeur dat ik wel examen kon gaan doen. Het CBR was er nog steeds niet uit. En toen ik examen had gedaan, wisten ze niet zeker of ik mijn rijbewijs wel mocht krijgen. Uiteindelijk moest ik nog een keer afrijden, voordat ik echt mijn rijbewijs had.”
De vader van Johan had een eigen transportbedrijf. Johan wilde dolgraag op de vrachtwagen rijden. Maar een vrachtwagenrijbewijs voor iemand die een hand mist, is een probleem. “Ik weet het nog goed. Een norse rijinstructeur ging bepalen of ik wel met de vrachtwagen kon rijden. Dat kon ik hartstikke goed. Ik moest een vierkantje rijden, waarna hij zei: ‘zie je wel, je kan het niet’. Toen was het voorbij.”
Ook daarna is Johan nog geregeld afgewezen vanwege zijn handicap. “Ik wilde lasser worden, maar dat kon niet, omdat ik zogenaamd mijn laskap niet kon pakken. De zeevaartschool was ook een probleem. En vrij recent, een jaar geleden ongeveer, heb ik gesolliciteerd op een baan in de zorg. Ik had geregeld om mondeling te solliciteren, omdat ik met schrift moeilijk kan laten zien wat mijn handicap is. Bij wijze van uitzondering mocht dit, maar ook hier ben ik weer afgewezen, vanwege mijn handicap. Iemand met maar één hand kan geen mensen verzorgen, hoorde ik.”
Zware verslaving
Gelukkig zijn er mensen die Johan een kans geven. Zo kent hij iemand die in de haven werkt. Daar kan Johan aan de slag. Daar loopt hij echter rugklachten op, waarvoor hij Fentanyl en Oxycodon krijgt voorgeschreven, allebei zware pijnstillers. “Tussen mijn 18e en 24e was ik verslaafd aan harddrugs. Het is niet dat dit volledig door mijn handicap en de uitsluiting komt, maar het heeft er wel mee te maken. Ik hoorde nergens bij en ging maar een beetje over straat lopen. Zo kwam in de coffeeshop en van het één komt het ander. Daar ben ik wel mee gestopt, maar de pijnstillers hebben me de verkeerde kant opgeduwd. Je kunt het zien als helemaal schone heroïne. En ik mocht het zo ophalen bij de apotheek. Uiteindelijk ben ik hier 20 jaar aan verslaafd geweest.”
Wat Johan het meeste raakt is dat er een probleem wordt gecreëerd door anderen. Voor hem is zijn handicap namelijk nooit een probleem geweest. Hij leeft er al sinds zijn geboorte mee. “Misschien dat ik nu iets ergs ga zeggen, maar als je iemand discrimineert op basis van een handicap, dan wordt dit maar normaal gevonden. Op huidskleur vindt iedereen schandalig, en terecht. Maar als je niet wordt aangenomen omdat je een hand mist zeggen veel mensen: ‘ja, dat is eigenlijk wel logisch’. Terwijl het dat niet is.”
Inmiddels is Johan een gelukkig man, vooral dankzij Emergis. “Ik ben hier opgenomen geweest om af te kicken. Ze gaven me het gevoel iemand te zijn. Ik heb zo diep in het zwarte gat gezeten. Weinig mensen krijgen een tweede kans. En ik besef dat ik die heb gekregen. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor.”